woensdag 4 april 2018

Eenmaal




Eenmaal

Ik wilde nooit moeder worden. Als klein meisje rende ik liever achter mijn grote broers aan. Ik was een tomboy, geen meisje-meisje. En toen de meisjes in mijn klas helemaal pony-gek werden, vroeg ik mijn vader hoe paardenbiefstuk smaakt. We aten het de volgende dag, want zo is mijn vader. In de pubertijd ging ik helemaal los, jongens en meisjes. Maar oh wee als je mij een slettebak noemde. Ze heette Daisy en ze dacht populair te kunnen worden door over mij te roddelen tegen iedereen die maar wilde luisteren. Ik hoorde dan gegniffel, keek achterom, en zij zwaaide speels. Eerst vermoedde ik dat ze misschien een crush op me had. Totdat ik van Hein hoorde hoe de vork in de steel zat. Hein was een scharrel die een echte vriend wilde zijn en mij graag vertelde hoe de wereld was. Dat leerde ik al snel, op mijn manier. 
                Mensen die zeggen dat geweld niet de oplossing is, zoals die slappe leraren die we op school hadden, begrijpen niet de resolutie die geweld met zich meebrengt. Nu zal ik geen stoer verhaal ophangen van hoe ik Daisy in elkaar heb geramd in de hoek van het schoolpark. Maar dat is wel wat ik deed en daarna was het geroddel gewoon klaar. En twee jaar later zoenden we dronken op een schoolfeest. Tja. Maar ik was aan het vertellen hoe ik Eric kreeg, mijn zoontje. Voor de duidelijkheid: Hein bleef altijd die sullige gast die nooit meer uit de friend zone is gekomen. Ik kom hem soms nog tegen op het schoolplein als ik Eric ophaal. Dan staat hij daar met de schouders naar voren, zelfde vale zwarte hoodie, wachtend op zijn Hilkje. Hij settelde namelijk maar voor een potige vrouw uit Dokkum met een spraakgebrek en dan krijg je van die stomme namen. 
Eric weet niet wie zijn vader is. Er zijn genoeg mannen in mijn leven die surrogaatje spelen, vooral omdat ze met mij graag vadertje en moedertje willen spelen. Altijd die doorzichtige vraag of er een vader in beeld is, zelfs van Jan, de oudere weduwnaar verderop in de straat die mij altijd te lang nastaart. Ik houd het dan bewust vaag, want kunstmatige inseminatie met donorzaad is niet het antwoord wat ze willen horen. Eric’s vader is al een marinier op uitzending in Afghanistan geweest, een simpele schoenenverkoper die opeens verdween of de zanger uit een wereldberoemd Zweeds rockbandje. Als ik al die wanna-be vaders zou vertellen dat ik niet eens weet wie Eric’s vader is, dan zou ik in hun ogen erger dan een slet zijn. Een bitch, zo eentje die er alles aan doet om mannen het leven zuur te maken. Omdat ik niet met ze in bed stap en ja en amen zeg. Sukkels. Maar ik lach dan vriendelijk naar ze, knipper met mijn ogen, schud mijn kont en kijk verbaasd. Het levert je een boel goodwill op, zoals dus buurman Jan die de dakgoten komt schoonmaken in de herfst. Als alleenstaande vrouw moet je het leven naar je eigen hand zetten, want niemand die het voor je doet. 
                Mijn broers zie ik geregeld, net als mijn vader. Kleine Eric heeft heel veel vaders, maar deze drie mannen zijn hem het liefst. Ze rennen met hem door het park heen en ze spelen vliegtuigje, superhelden of wereldreiziger. Dan zie ik die rode krullenbol vliegen en genieten. Dat doet me zoveel goed, nooit gedacht dat ik me ooit zo mooi zou kunnen voelen. 
                De zwangerschap was erg ongemakkelijk. Ik was er totaal niet op voorbereid, moest allerlei zaken online gaan opzoeken. Ik werd erg misselijk, moest regelmatig braken. Patatje met smaakte opeens niet meer. Patat! Ik had ook veel maagzuur. Afijn, gedoe allemaal, maar de bevalling zelf viel enorm mee. Eigenlijk ging het allemaal veel sneller en pijnlozer dan ik had verwacht. Mijn vader reed me naar het ziekenhuis, daar stond hij op. Maanden van te voren liet hij me al weten dat hij mijn Bob zou zijn. Geen. Druppel. Alcohol. Zijn twee zonen protesteerden nog even voor de vorm, maar waren allang blij dat ze hun regelmatige whisky- en bierproeverijen niet hoefden op te geven. 
                Het was de dood van mijn moeder waardoor ik besefte dat ik er straks ook niet meer zou zijn. En als ik op een of andere reden onsterfelijk zou blijken, dan zou ik iedereen die mij lief is toch verliezen. Dat zou zo eenzaam zijn. Ik ga ooit dood en dat is prima. Maar het leven gaat door, het moét doorgaan. Ik wist dat het krijgen van een kind niet is iets om op te wachten totdat je er klaar voor bent. Of totdat je de perfecte man tegenkomt. Pff. Je moet er gewoon voor gaan.  Ik was pas klaar om echt moeder te zijn, toen floep! Eric er eenmaal was.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten