dinsdag 1 mei 2018

Eens

Eens

“Eh… ja, dat klopt. Blij.” En de vrouw sloeg de deur sloeg dicht. Ze deed me even denken aan iemand van lang geleden.
Ding-dong. Ik bestudeerde de blauwe deur, pas geschilderd, door de bewoners zelf.
                “Goedemiddag.” Een jong blond meisje deed open, in het wit met een blauwe pullover. Ze lachte onzeker. Ik was dan ook keurig in zwart pak, precies zoals de voorschriften mij voorschreven.
“Hoi!... Zijn je ouders thuis?” Ik mocht alleen met volwassenen praten, ook al zag ze er erg lief uit. Ze knikte, draaide zich om en liet de deur op een kier. Ik zag een donkerbruine mat, versleten. De drempel was mat-wit, ook pas geschilderd en ik kon zien dat
                “Ja?” Ik groette direct vriendelijk met een onderdanige goedendag zonder te kijken en keek op naar een potige kerel, ongeschoren, wild uit zijn ogen kijkend. “Ik zou graag met u willen praten over….”
                “Ja mazzel.” En hij gooide de deur dicht. Ik hoorde direct gevloek en getier erachteraan. Het meisje kreeg flink op d’r kop. Kabaal en gehuil. Ik liep naar de volgende deur.
Tring. Er werd niet open gedaan.
Tring-tring. Bij de buren ook niet. Ik keek op mijn mobieltje voor de tijd. Dit zou nog een lange dag kunnen worden. Ik had geen idee.

“Ik kom u graag vertellen over God, Jehova, en het Koninkrijk van God. Gelooft u?” Eindelijk kon ik mijn boodschap brengen. Het was nu aan de toehoorder zelf.
                “Eh… soms”, zei de korte man, een beetje stamelend. Hij keek naar de grond, ik zag alleen zijn kort zwart haar. Ik gaf hem mijn welgemeende glimlach. Eindelijk kon ik mijn plicht doen. “Ben je gelukkig?” begon ik. Niemand is echt gelukkig, had ik geleerd. “Ja”, zei hij opeens en keek me blij aan. En keek direct weer schuchter naar beneden. Ik knipperde even. “Oké,… Dat is fijn te horen! En is dat omdat je gelooft?” Ik besefte opeens dat ik de u-brug al over was gegaan en tutoyeerde. Ik keek de korte man voorzichtig aan en boog een beetje door mijn knieën. Zijn te kleine houthakkersblouse en dikke nek benadrukte zijn postuur extra. “Nee!” En toen realiseerde ik mij dat ik weer eens gesloten vragen gebruikte. Missiewerk blijft mensenwerk.
                “Welke rol speelt God in uw leven?” vroeg ik opeens. De Grote Vraag, die mij zelf ooit gevraagd was.
“God kijkt toe….” Ik luisterde aandachtig. “Hoe…ik… masturbeer.” Zei hij dat nou echt? Word ik… “En oordeelt. Over mij. En dan voel ik me slecht.” Sprak de korte man. Hij begon een rood hoofd te krijgen en ik stopte mijn ogen met knipperen.
                “Masturbatie kan een probleem zijn…”begon ik. “Seks zie je erg veel in de media. En kan verslavend zijn. En dat maakt je een slaaf van begeerte”, vertelde ik verder. “Maar. Als je gelooft in God, is er altijd hoop en verlossing. Masturberen betekent niet dat je slecht bent maar
                “Bart? Wat is dit?” Een forse vrouw kwam plotseling snel aangelopen in de straat met twee volle tassen. “Wat zit je deze meneer nu weer wijs te maken?” Ik draaide me om en gaf haar een glimlach. Het hielp niet. Ik voelde de schaamte nog steeds over mijn gezicht kruipen.
                “Hij… hij zegt dat masturberen slecht is en ik naar de hel ga”, zei de korte man. Zijn stem klonk raar en hij wees op een vreemde manier naar me. “Nee nee, dat zei ik niet. Ik zei…”
“Genoeg. Sorry meneer, ik begrijp dat u graag mensen helpt. Maar Bart is niet te helpen. Hij is…” en ze maakte een draaiende beweging bij haar hoofd met haar wijsvinger. “Fijne dag nog.” De deur sloot zich weer.

Pfff. Ik blies uit, en besloot naar de auto te lopen en even een korte adempauze te nemen. Het was erg warm. De airco zou me goed doen. Na enkele stappen maakte ik mijn stropdas wat losser. Bart. Was ik nou in de maling genomen? Hoezo, is hij niet te helpen? Ik merkte dat ik me druk maakte om wat er net was voorgevallen. Pff. Ik nam een diepe adem en zet een flinke tred. “Wees vastberaden en standvastig. Laat je door niets weerhouden. Of ontmoedigen. Want waar je ook gaat, de Heer staat je bij.” Ik kwam bij de auto en zocht naar mijn autosleutel, die ik uiteindelijk in mijn rugzak vond tussen de tijdschriften en de nieuwewereldvertalingen. In de gestarte auto liet ik ijskoude lucht vol rondblazen. Mijn ademhaling zakte met iedere diepe zucht. Waarom deed me dit zoveel? Masturbatie was geen vreemd onderwerp, we hadden het meerdermalen doorgenomen met de ouderlingen tijdens de velddiensttraining.
                En toen pas realiseerde ik het me. Het was De Grote Vraag. Welke rol speelt God in uw leven? Tweeëntwintig jaar geleden hoorde ik deze vraag voor het eerst. En ik zei géén. En sloeg de deur hard dicht met een godsvloek. En een week later stapte ik zelf voorgoed door die deur. Uit het huis gezet door mijn moeder. En dat aardige oudere echtpaar dat ik zo schaamteloos te woord had gestaan, kwam ik net diezelfde dag weer op straat tegen.
                Ik voelde plots een traan over mijn wang biggelen. Koud. Ik deed snel de luidde airco zachter, en wreef mijn gezicht droog.
Zo aardig. Ze begroetten mij vriendelijk, als een oude vriend die ze graag zagen. En ze zagen direct dat het niet goed met mij ging. En…. Ik voelde nog een traan rollen. Namen mij uiteindelijk op in hun gezin. Ik kon nergens heen en ze waren zo gastvrij en.. Pfff. Ik deed de airco weer even hoger. Daarom dus. De Grote Vraag. Rogier en Yvonne waren de liefste mensen die ik ooit heb mogen verwelkomen in mijn leven. Ik heb zoveel aan hen te danken... Mijn oog viel op de digitale klok. En ik wist direct weer dat ik mijn Bijbelse opdracht moest voortzetten. “Met het hart gelooft men ter rechtvaardigheid en met den mond belijdt men ter zaligheid”. Ik pakte een zakdoekje en depte mijn gezicht. Keek in de achteruitkijkspiegel. Glimlachte naar mezelf. Naar God.

De middag vloog verder voorbij. Twintig geen interesses en vijf gesprekken, waarvan een met iemand die zichzelf boeddhist noemde. Samen een kopje thee gedronken, groene thee. Thuis ook eens proberen. Ik voelde me erg uitgelaten na dat gesprek.
                Trrrrrring. Een oude deurbel. Typisch jaren dertig, dacht ik nog.
Een oudere vrouw deed langzaam open. Ik zag een kruis schijnend in het middaglicht in haar gang. De deur kierde verder open, vertraagd. We herkenden elkaar onmiddellijk. Martine. Haar mond viel open. Haar lichtblauwe ogen plotseling fel. Ze deed een stap, aarzelend. Ik stapte terug, waarom weet ik niet. De deur sloeg ze open, tegen de muur met een doffe klap. Haar tong kroop naar voren, tot haar lippen zich sloten tot een grimas, zonder geluid. Ik kon niks zeggen. Ze stak haar hand uit naar mij. Greep mijn schouder en kneep stevig. Haar gerimpelde gezicht dichter bij de mijne. Ze was zo oud geworden. En ook gelovig net als ik, realiseerde ik me nog. Ik wist echt niet wat ik moest zeggen. Haar adem rook naar peer. Vreemd hoe je je zulke details herinnert. Ik draaide me om, haar grip plotseling los. En liep weg van mijn moeder.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten